De afgelopen maanden hebben meer dan 40 organisaties intentieverklaringen ondertekend. Op 2 maart werd dit gevierd tijdens een bestuurlijke bijeenkomst voor alle deelnemende partijen. Hier spraken zij de intentie uit om in elk nieuwbouwproject te voldoen aan specifieke uitgangspunten en basisveiligheidsniveaus. Deze uitgangspunten en basisveiligheidsniveaus hebben als doel om de leefbaarheid van een gebied te vergroten en het risico van schade door de gevolgen van klimaatverandering zo klein mogelijk te maken.
Klimaatverandering vraagt om aanpassingen in leefomgeving
Alle gemeenten in Nederland hebben het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie ondertekend (DPRA) om in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te zijn. Het wordt warmer, droger en natter en er is een toenemende kans op overstromingen vanuit zee of de rivieren. Dergelijke klimaatveranderingen vragen om aanpassingen in de leefomgeving om veilig te kunnen wonen, werken en recreëren. Daarnaast is er een grote woningbouwopgave binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Purmerend heeft hierin met 10.000 woningen (tot 2040) een belangrijke bijdrage. De MRA heeft daarom met het programma ‘MRA Klimaatbestendig maken’ het initiatief genomen om regionale afspraken te maken over klimaatbestendige nieuwbouw. Met de gezamenlijk geformuleerde uitgangspunten en de samenwerking met alle partijen kan er nu klimaatbestendig gebouwd worden. Bovendien zorgen de afspraken voor duidelijkheid en er is nu een gelijk speelveld tussen de verschillende overheden en marktpartijen.
Wethouder Eveline Tijmstra van gemeente Purmerend ziet de intentieovereenkomst als een belangrijke stap: 'De bebouwde omgeving is kwetsbaar door de effecten van klimaatverandering. Tegelijkertijd staan we voor een grote bouwopgave. Klimaatbestendig en toekomstgericht bouwen is noodzakelijk om de stad en dorpen leefbaar te houden. Het is een mooi resultaat dat zo veel verschillende marktpartijen en overheden afspraken gemaakt hebben over hoe we deze opgave met elkaar kunnen realiseren. Dat is iets om trots op te zijn. Nu is het aan iedereen die de intentieovereenkomst heeft ondertekend om er in de praktijk mee te gaan werken.'