Het ongeval
Het ongeval vond in de nacht van 23 juli 2021 plaats in Purmerend. De verdachte had eerder die avond bij een vriend alcohol gedronken en vertrok op een gegeven moment met de auto om andere mensen naar huis te brengen. Vlak voor het ongeluk plaatsvond, zat hij met twee andere passagiers in de auto. Even na middernacht reed hij op de Burgemeester D. Kooimanweg in zuidelijke richting. Het slachtoffer was op dat moment onderweg naar huis op haar fiets. Zij stak de Burgemeester D. Kooimanweg over richting de Flevostraat waarna er een aanrijding ontstond met de auto die door de 21-jarige man werd bestuurd. Hij reed, is uit onderzoek gebleken, zo’n drie keer de toegestane snelheid, terwijl hij maar 50 km per uur mocht rijden. Na de aanrijding gingen de bestuurder en de inzittenden er te voet vandoor. Aangesnelde hulpdiensten konden niks meer doen voor de jonge vrouw.
Alcoholgebruik
Enkele uren na het ongeluk meldde de 20-jarige man zich op het politiebureau en werd hij aangehouden. Hij moest een blaastest doen, die als uitkomst P/A (pass / alarm ) gaf. Omdat er inmiddels wat uren voorbij waren gegaan, werd besloten om het bloed van de man te onderzoeken. Hier kwam uit dat hij te veel alcohol in zijn bloed had: 0,38 milligram per milliliter bloed, terwijl een waarde van 0,2 is toegestaan voor een beginnend bestuurder. Het was inmiddels vier uur na het ongeval en daarom besloot de officier van justitie later om een herberekening door het NFI te laten doen. Hieruit kwam dat het bloedgehalte op het tijdstip van het ongeluk waarschijnlijk heeft gelegen tussen de 0,81 en 1,47 milligram per milliliter bloed.
De jonge mannen die als passagier in de auto zaten, verklaarden dat er die avond Bacardi was gedronken en volgens één van hen had de verdachte een joint gerookt. Dit wordt door hem ontkend.
Direct na zijn aanhouding verklaarde de verdachte dat hij aan het begin van de avond een half glas met alcohol had gedronken maar na wat er uit het onderzoek naar voren kwam, paste hij zijn verhaal aan: hij had later op de avond één glas baco gedronken en een paar slokjes van een vriend genomen.
Snelheid
Over hoe hard hij reed, leek de verdachte ook geen openheid van zaken te willen geven. Hij verklaarde na zijn aanhouding 50 km per uur en later zei hij dat hij niet op de teller had gekeken dus het niet wist. Uit het onderzoek, dat bestond uit een airbagonderzoek, getuigenverklaringen, sporenonderzoek en telefoongegevens, blijkt dat de verdachte circa 120 km per uur moeten hebben gereden toen hij het slachtoffer aanreed. Hiervoor reed hij nog harder. Vaststaat dat de man met een niet toegestane en zeer onverantwoord hoge snelheid heeft gereden. Door die hoge snelheid kon hij niet anticiperen op andere weggebruikers en dus niet op tijd remmen voor de fietser. De officier van justitie gaf aan dat het slachtoffer geen enkele schuld had aan het ongeval. Zij zei ter zitting: ‘Kortom het overlijden van het slachtoffer was niet ontstaan als verdachte zich aan de verkeersregels had gehouden en niet zo idioot hard zou hebben gereden’.
Roekeloos rijgedrag
Wat betreft de officier van justitie kan wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte vanwege zijn rijgedrag, in combinatie met het feit dat hij beginnend bestuurder was en alcohol had gebruikt, roekeloos heeft gereden. De zwaarste vorm van schuld aan een verkeersongeval in juridische zin.
Daarnaast kan ook worden bewezen dat hij de plaats ongeval had verlaten. Uiteindelijk meldde hij zichzelf uren later op het bureau, toen de politie al naar hem op zoek was en hij zich moest hebben gerealiseerd dat het spoor van de zwaar beschadigde auto naar hem leidde.
Strafeis
De officier van justitie benoemde ter zitting wat verkeerszaken zo lastig maakt: ‘Dit grote verdriet aan de zijde van de familie van het slachtoffer enerzijds, en een verdachte die het overlijden van deze jonge vrouw nooit heeft gewild anderzijds, maken verkeerszaken zo anders dan de gemiddelde strafzaak. Feit blijft dat de verdachte nooit onder invloed achter het stuur had mogen stappen, nooit zo hard had mogen rijden en dat hij ervandoor ging na het ongeval. Alles bij elkaar vindt de officier van justitie een gevangenisstraf van vier jaar passend en daarnaast eist zij dat de verdachte voor vier jaar zijn rijbewijs kwijt is.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.