Schietincident
Het schietincident gebeurde op 14 juni 2020. De 24-jarige verdachte zat achterop de scooter die werd bestuurd door de 22-jarige verdachte. Het slachtoffer liep op dat moment op straat met zijn vriendin. Hij zag de twee langzaam langsrijden en uitdagend naar hem kijken, alsof ze ruzie wilden. De twee verdachten keerden een eind verderop om en even later reden ze naast het slachtoffer. Het slachtoffer zag dat de 24-jarige verdachte een vuurwapen uit de tas haalde en twee keer schoot. Daarna reden ze weg. Het slachtoffer werd levensgevaarlijk in zijn hals getroffen. Door ingrijpen van de vriendin van het slachtoffer, een passerende motoragent en medische hulp is voorkomen dat het slachtoffer overleed.
Drill-rap
De twee verdachten hebben tijdens de zitting geen enkel moment berouw getoond voor het leed dat ze het slachtoffer hebben aangedaan. Uit getapte telefoongesprekken van de 24-jarige verdachte en zijn verklaring tijdens de zitting, blijkt dat hij zelfs een zogenoemde drill-rap heeft gemaakt over de schietpartij. In de rap presenteert de verdachte zich als stoere dader, laat hij zich laatdunkend uit over het slachtoffer en rapt hij dat een ruzie met hem fout afloopt. De rechtbank duidt deze tekst als weergave van zijn eigen handelingen en gedachten. Volgens de rechtbank roept dit weerzin op, maar zegt dit ook iets over zijn beschadigde persoonlijkheid.
Oordeel rechtbank
De rechtbank concludeert op grond van het rijgedrag dat er een vooropgezet plan was bij de verdachten om het slachtoffer te beschieten. Ook was er al langere tijd een conflict tussen de schutter en het slachtoffer. Naast de 5 jaar celstraf voor de 24-jarige verdachte, legt de rechtbank hem ook de maatregel tbs met dwangverpleging op na advies van de psycholoog en psychiater. Die constateren dat de verdachte verschillende stoornissen heeft en zwakbegaafd is. De kans dat hij zich vrijwillig laat behandelen wordt laag ingeschat, terwijl de kans op herhaling van een dergelijk delict volgens hen groot is.
Wat betreft de 22-jarige verdachte vindt de rechtbank het aannemelijk dat het initiatief voor de poging tot moord niet van hem is uitgegaan. Wel kan hij als medepleger worden aangemerkt omdat hij als bestuurder van de scooter de schutter in positie heeft gebracht en zo nauw met hem heeft samengewerkt. De rechtbank legt daarom een celstraf op van 4 jaar.
Daarnaast veroordeelt de rechtbank beide verdachten tot het betalen van een schadevergoeding aan het slachtoffer van in totaal zo’n 27.000 euro.