PURMEREND - De rechtbank Noord-Holland heeft 8 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging opgelegd aan een 34-jarige man uit Purmerend. De rechtbank acht bewezen dat de man op 21 oktober 2019 in Purmerend een 30-jarige vriend van hem heeft gedood.

Het slachtoffer werd in de woning van de verdachte aangetroffen en bleek op uiterst gewelddadige wijze omgebracht; er werden in totaal 25 steekwonden en 24 snijwonden aangetroffen, in de borst, buik en in het gezicht. Na het overlijden is het lichaam nog eens op gruwelijke wijze verminkt en daardoor van alle menselijke waardigheid beroofd.

Verklaring verdachte
Verdachte heeft verklaard dat in de nacht van 20 op 21 oktober 2019 drie mannen zijn woning zijn binnengekomen die het slachtoffer zochten en moeten hebben gedood. Verdachte zelf werd gedwongen op de grond te gaan liggen en mocht na enige tijd vertrekken. Toen hij de volgende dag terugkwam in zijn woning trof hij het slachtoffer dood aan. De rechtbank heeft dit scenario van verdachte als volstrekt ongeloofwaardig terzijde geschoven op grond van het volgende.

Op de kleding van het slachtoffer is op diverse plekken DNA aangetroffen van verdachte en van niemand anders. Op camerabeelden bij de woning van verdachte is te zien dat verdachte en het slachtoffer samen op 20 oktober 2019 omstreeks 22.30 uur de woning binnengaan en dat alleen verdachte in de nacht de woning verlaat, in andere kleding dan bij aankomst. De kleding die verdachte blijkens de camerabeelden eerder die avond bij aankomst droeg, is aangetroffen in de wasmachine in zijn woning. De rechtbank komt op grond van deze bevindingen en het andere bewijs tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte het slachtoffer heeft gedood.

Veroordeling
De straf die de rechtbank oplegt komt overeen met de eis van de officier van justitie. Daarbij is ten nadele van verdachte rekening gehouden met de buitengewoon gruwelijke aard van de doodslag. Er is groot en onherstelbaar leed veroorzaakt bij de nabestaanden. Anderzijds is rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en het feit dat aan hem ook tbs zal worden opgelegd.

De rechtbank legt naast de gevangenisstraf ook tbs met dwangverpleging op nu de kans op herhaling groot is en de maatschappij daartegen moet worden beschermd. De rechtbank heeft zich daarbij gebaseerd op onder meer de rapporten van een psychiater en een psycholoog, die de verdachte hebben onderzocht. Verder komt verdachte al vanaf 15-jarige leeftijd met politie en justitie in aanraking en heeft hij nauwelijks inzicht in de aard en ernst van zijn problematiek.

Vorderingen nabestaanden
Aan de moeder van het slachtoffer is € 20.000,- aan shockschade toegekend nu zij het verminkte lichaam van haar zoon heeft moeten identificeren. Er is een verklaring van een psycholoog overgelegd waaruit blijkt dat de moeder daardoor een posttraumatische stress stoornis heeft opgelopen. Ook is aan de moeder € 17.500,- toegekend wegens affectieschade.

De vorderingen tot shock- en affectieschade van de zus van het slachtoffer zijn niet ontvankelijk verklaard. Dat de zus door de dood van haar broer diep is getroffen staat buiten twijfel maar haar vorderingen voldoen niet aan de eisen die de wet stelt. Voor shockschade moet rechtstreekse confrontatie hebben plaatsgevonden met het lichaam, voor affectieschade van zussen of broers van een overledene biedt de wet in beginsel geen mogelijkheid.